Vanaf 1 januari 2017 krijgen alle mensen met een handicap die nu gebruik maken van een voorziening (ZiN) of een persoonlijk assistentiebudget (PAB) hebben, een persoonsvolgend budget. Met dit budget kunnen zij zorg en ondersteuning inkopen om hun ondersteuningsvraag zo goed mogelijk op te lossen.

Voor de mensen uit ZiN moesten de voorzieningen zelf een inschaling naar zorgzwaarte, intensiteit en frequentie maken. Op basis van deze inschatting zouden de budgetten over de voorzieningen heen herverdeeld worden. Bij voorzieningen die te weinig middelen gekregen hadden de voorbije jaren, zou er voor hun gebruikers een bijpassing komen van hun persoonsvolgend budget. Voorzieningen die te veel middelen kregen naargelang de zorgzwaarte, frequentie en intensiteit van hun gebruikers, zouden een deel van die middelen moeten inleveren.

Om te kijken of de inschaling correct gebeurde, voerde het VAPH controles uit op het zorggebruik (=frequentie) en zorgden erkende multidisciplinaire teams (MDT) voor steekproeven op de inschatting van de zorgzwaarte. Na de verwerking hiervan stelde het VAPH vast dat er geen eenduidigheid is in de resultaten en dat het dus heel moeilijk is om de herverdeling van de middelen te doen. Het resultaat zou zijn dat de gebruikers hier de dupe van zouden worden en hun budget misschien niet meer voldoende zou zijn om de ondersteuning te kunnen blijven betalen die ze nu krijgen. Daarom besliste de minister dat er voorlopig geen herverdeling van de middelen komt over de voorzieningen heen.

Zo krijgt elke gebruiker de garantie dat ze hetzelfde budget houden als in het oude systeem en dat ze de ondersteuning die ze nu krijgen gewoon kunnen verderzetten.

Dit alles staat in een ontwerp van Besluit. De volledige versie kan je hier lezen.