In april 2016 werd het leefloon met 2% verhoogd. Politici kloppen zich op de borst: „Dat we in tijden van besparingen toch middelen vinden voor mensen die het met een leefloon
moeten stellen …” Oké! Applaus! Maar niet van harte en niet enthousiast. Want deze stijging is amper een druppeltje op een hete plaat. En ertegenover staan een heleboel extra kosten, zoals die voor energie.
In ons land liggen de leeflonen nog ver beneden de Europese armoedegrens. Talrijke studies bevestigen nochtans dat mensen die het met een leefloon moeten stellen niet in staat zijn om basiskosten als huur en energie te betalen. Laat staan dat er nog wat overblijft voor de stijgende kosten voor gezondheidszorgen. In het huidig regeerakkoord is voorzien om het leefloon op te trekken tot de Europese armoedegrens. Als onze federale regering zich aan deze belofte wil houden, zal ze zich nog flink moeten haasten. Bovendien krijg je koude rillingen telkens je cijfers hoort over de toenemende armoede in ons eigen land. Eén op de vijf kinderen in België, vier op de tien kinderen in Brussel, … leven in armoede. Vorig jaar is het aantal leefloners in ons land opnieuw fors gestegen. Deze stijging is vooral te wijten aan de wijzigingen in onze sociale zekerheid. Zo duwt de strengere werkloosheidsreglementering bijvoorbeeld meer en meer mensen richting OCMW.
Iedereen is gelijk, maar de ene al wat meer dan de andere …
In april 2016 werd de inkomensvervangende tegemoetkoming voor personen met een handicap niet met 2% verhoogd. Daardoor lag deze uitkering onder het bedrag van het leefloon. Deze vaststelling heeft ons zeer zwaar op de maag gelegen. KVG heeft onmiddellijk aan de alarmbel getrokken en de voorbije maanden hemel en aarde bewogen om deze onrechtvaardigheid uit de wereld te helpen. Doordat wij op de nagel zijn blijven kloppen, beslisten de sociale partners onlangs om de inkomensvervangende tegemoetkoming te verhogen met 2% zodat ze op dezelfde hoogte komt als het leefloon. Beter laat dan nooit. Dus deze pluim mogen wij op onze hoed steken. Maar toch blijft het gevoel dubbel … Het zal nog tot september 2017 duren vooraleer de inkomensvervangende tegemoetkoming (nu 867,40 euro/maand voor een alleenstaande) opnieuw even hoog is als het leefloon. Dit betekent dat mensen die een volledige inkomensvervangende tegemoetkoming krijgen sinds 1 april 2016 bijna 17 euro/maand minder hebben dan het leefloon. In het totaal kregen mensen met een handicap dus van 1 april tot 1 september 2017 bijna 300 euro minder inkomen dan wat andere mensen met een leefloon kregen. Iedereen in deze situatie is dus kwetsbaar, maar de ene nog wat meer dan de andere …
In principe kunnen alle mensen die een inkomen hebben beneden het leefloon aan het OCMW een opleg vragen. Wij weten dat de meeste mensen met een handicap hiervoor de moed en de energie niet hebben. Naast de administratieve mallemolen waarin ze zo al zitten, wil niemand zich nog extra administratie op de hals halen. En nog eens ergens gaan aankloppen om hun hebben en houwen uit de doeken te doen, is voor velen een brug te ver. Bovendien verwijzen de OCMW’s naar de integratietegemoetkoming of eventuele mantelzorgpremie om de vraag voor een opleg af te wijzen. Het zou niet meer dan fair zijn als onze politici zouden beslissen om met terugwerkende kracht de inkomensvervangende tegemoetkoming, dus vanaf april 2016, aan te passen aan het bedrag van het leefloon. Wij vrezen dat we op dit vlak van een kale reis zullen thuiskomen. Maar wij laten dit niet los! Het geeft een wrang gevoel dat het nog altijd niet vanzelfsprekend is om bij alle beleidsbeslissingen rekening te houden met mensen met een handicap als gelijkwaardige burgers. Waar zouden we staan zonder organisaties als KVG, om hiervoor aan de kar te blijven trekken?