De Morgen kopte op 9 februari 2016 het volgende: „Steeds meer gehandicapten geraken aan een job”. Wij klikten hierbij vol verwachting door naar het artikel, maar zagen al snel waar deze ‘misleidende’ info vandaan kwam. In de periode 2010 en 2015 zag men het aantal ‘ondersteuningspremies’ voor het aanwerven van mensen met een handicap met 43 procent toenemen. De Vlaamse Ondersteuningspremie (VOP) is een financiële tussenkomst van de overheid voor werkgevers die mensen met een handicap aanwerven.

Deze positieve evolutie naar meer premies ligt echter niet alleen aan het feit dat er meer mensen met een handicap tewerkgesteld werden. Nee, het blijkt een kwestie van bekendheid te zijn: steeds meer bedrijven en werkzoekenden kennen de VOP en maken er gebruik van. Het is een feit dat een zevende van alle werkzoekenden in Vlaanderen een arbeidshandicap hebben. Dit zijn bijna 33.000 mensen. En dan hebben we het nog niet over de mensen die officieel niet als werkzoekende staan geregistreerd.

Drempels naar werk

De huidige regering doet er alles aan om mensen aan het werk te krijgen en zet volop in op de activering van de werklozen. Werk is hét middel bij uitstek om uit de armoede te geraken. Inderdaad. Maar wat met mensen die niet kùnnen gaan werken, hoe graag ze het ook willen? Maar al te vaak horen we verhalen van mensen die omwille van hun handicap niet tot op de werkvloer geraken. Soms letterlijk door ontoegankelijkheid, zoals onaangepaste gebouwen, slechte verbinding openbaar vervoer, … Maar meer nog omwille van figuurlijke ontoegankelijkheid. Door discriminatie en vooroordelen van werkgevers, bijvoorbeeld rond rendement, imago of de vrees voor langdurige periodes van ziekte.

Personen met een handicap ondervinden nu eenmaal heel wat extra drempels om werk te vinden en te behouden. In de privésector, maar zeker ook in de publieke sector. De federale overheid bijvoorbeeld slaagt er, ondanks haar voorbeeldrol, maar niet in haar streefcijfers te halen van 3 %. Integendeel, de afgelopen maanden daalde  de tewerkstellingsgraad van personen met een handicap bij het federaal openbaar ambt verder tot een schamele 1,45 %.

Inschakelingsuitkering beperkt

Maar toch neemt diezelfde overheid maatregelen om mensen te activeren op de arbeidsmarkt. Zo is de inschakelingsuitkering beperkt geworden in tijd. Mensen met een handicap krijgen uitstel van executie. Zij krijgen bovenop de algemene beknotting van drie jaar, twee jaar extra. Maar wat na deze twee extra jaren? De mentaliteit van werkgevers zal tegen dan hoogstwaarschijnlijk nog steeds niet veranderd zijn. Mensen met een handicap zullen nog steeds ten prooi vallen aan diverse vooroordelen van werkgevers.

En ook de gevolgen van het M-decreet zijn voelbaar voor jongeren en hun inschakelingsuitkering. Sinds een jaar is het recht op een inschakelingsuitkering verbonden aan het hebben van een diploma middelbaar onderwijs, een maatregel om de uitval in het onderwijs te beperken. Maar dit heeft ook zo zijn gevolgen voor een groep kwetsbare jongeren met een handicap die in het reguliere onderwijs een individueel aangepast traject volgen. Zij zullen (voorlopig nog) geen recht krijgen op deze uitkering. Dit traject bereidt namelijk niet terdege voor op de arbeidsmarkt, volgens de minister. Inclusie, zegt u?

Het is echter niet alles kommer en kwel. De federale overheid doet terdege moeite om mensen met een handicap tewerk te stellen met de campagne ‘Handiknap’, in samenwerking met Selor. Ook het opzetten van stagemogelijkheden voor mensen met een handicap behoort tot de initiatieven om instroom te bevorderen. De Vlaamse Ondersteuningspremie en de tussenkomsten voor arbeidspostaanpassingen zijn effectieve maatregelen. Zeker met onze laatste tip aan de Vlaamse Overheid: bied ook tussenkomst voor het onderhoud en herstellingen van de  arbeidspostaanpassingen. Dit zijn kosten die voor een kleine werkgever zwaar kunnen doorwegen. En we weten allemaal: alle beetjes helpen!