De federale regeringsvorming zit in de zoveelste dip. Ondertussen komen er alarmerende berichten over een ontsporend begrotingstekort van maar liefst 12 miljard euro. Dus kijken sommigen al gretig in de richting van de sociale zekerheid, want daar valt volgens hen nog wel wat te besparen. Toch aan de kant van de uitgaven. Dat er ook aan de inkomstenkant wel een en ander zou kunnen bijgestuurd worden, klinkt minder luid. Daarom maakt het voor ons wel degelijk uit wie het in de federale regering voor het zeggen krijgt. Wij kijken dan vooral naar politici die een lans breken voor een sterk sociaal beleid. Voor iedereen, zonder onderscheid! Over het optrekken van de uitkeringen tot de Europese armoedegrens waren de meeste partijen het voor 26 mei 2019 alvast roerend met elkaar eens. Maar, dat waren ze tien jaar geleden ook al!
Ondertussen is onze Vlaamse regering al ruim vijf maanden aan het werk. Het enige waar ze tot nu toe indruk mee maakte, zij het geen positieve, zijn de vele besparingen en loze verkiezingsbeloftes. We worden dan wel voortdurend om de tuin geleid met uitspraken als ‘we besparen vooral in structuren’ en ‘we besparen om te groeien’. Toch stellen we vast dat vooral kwetsbare mensen de besparingen aan den lijve beginnen te ondervinden. Ook al worden ze druppelsgewijs doorgevoerd en elk op zich als peanuts voorgesteld. Van de aangekondigde investeringen, hebben we nog niks concreet gezien.
De teller loopt!
Voor mensen met een beperkt inkomen en extra kosten voor zorg en ondersteuning is elke euro besparing er een te veel!
Neem nu Yannick, 36 jaar, met een ernstige meervoudige handicap. Zijn ouders zorgen voor hem en vroegen jaren geleden een PersoonsVolgend Budget aan. Maar ze zijn zich ervan bewust dat het nog jaren kan duren voor dit toegekend wordt. In afwachting krijgt Yannick een zorgbudget voor zwaar zorgbehoevenden van 130 euro per maand (de vroegere mantelzorgpremie) en een zorgbudget voor mensen met een handicap van 300 euro per maand (basisondersteuningsbudget).
Maar die 130 euro per maand zorgbudget voor zwaar zorgbehoevenden is sinds 1 maart 2009 geen enkele keer aangepast aan de evolutie van de prijzen of de levensduurte. Ook voor de 300 euro zorgbudget voor personen met een handicap is er geen automatische aanpassing aan de stijging van de prijzen of een welvaartsaanpassing voorzien! Met deze bedragen kan je vandaag al lang niet meer hetzelfde kopen dan enkele jaren geleden. Yannick gaat een paar dagen per maand naar dagondersteuning (Rechtstreeks Toegankelijke Hulp). De kostprijs daarvan is wél geïndexeerd en stijgt al tien jaar op rij.
Ook de bedragen op de refertelijst voor hulpmiddelen die door het VAPH worden terugbetaald worden al een paar jaren niet meer geïndexeerd. Iedereen die een hulpmiddel nodig heeft, weet dat het refertebedrag dat je van het VAPH terug betaald krijgt niet volstaat. Vaak moet je nog een serieus bedrag uit eigen zak bijleggen. Dat de refertebedragen dan ook nog achterblijven op de stijgende levensduurte, ziet KVG als een lineaire besparing op kap van mensen die een hulpmiddel nodig hebben.
De regering Jambon bespaart ook op de indexering van de kinderbijslagen. Sinds de hervorming van de kinderbijslag op 1 januari 2019 (Groeipakket) krijgt elk kind evenveel. Maar kinderen die voor 2019 geboren zijn, vallen nog onder het oude systeem. Vanaf dit jaar zal in dit oude systeem het basisbedrag voor het derde (en volgende) kind bevroren worden. Daarnaast zullen voor alle kinderen in het oude systeem de leeftijdsbijslagen niet geïndexeerd worden. Hiermee wil de regering Jambon tegen 2024 ruim 107 miljoen euro besparen. Bovendien besliste de overheid om de indexering van het basisbedrag voortaan op een vast tijdstip door te voeren. Dus niet langer meteen na het bereiken van de spilindex, maar alleen op 1 september van dat jaar. Als de spilindex bijv. in april overschreden wordt, dan moet je dus een paar maanden wachten op een hogere kinderbijslag.
Maar de lijst van de getroffen besparingsmaatregelen is nog lang. Een kleine greep hieruit:
- De woonbonus is afgeschaft en maakte plaats voor een lagere registratiebelasting.
- De fiscale aftrek van dienstencheques daalde van 30 naar 20 procent. De werkelijke kostprijs van een dienstencheque die je voor 9 euro koopt is, na de belastingvermindering nu 7,20 euro ipv 6,30 euro.
- De sociale huurprijs is aanzienlijk verhoogd. Gelukkig werd, na een evaluatie, de berekening van de huurprijs voor personen met een handicap bijgestuurd. Desondanks stijgt die toch nog met ‘mààr’ gemiddeld 7 %. Voor personen zonder handicap werd er niets aangepast en wordt de sociale huurprijs een zeer zware dobber.
- Voor mensen met een eigen huis(je) steeg de onroerende voorheffing.
- De regering beweert dan wel dat ze vooral bespaarde op ‘structuren’. Wij stellen vast dat de burger hier veelal de dupe van is. Zo werden de bijdrage voor de mutualiteit, de hospitalisatieverzekering (en andere verzekeringen), het openbaar vervoer, … alvast duurder. En wie hulp nodig heeft, moet nog langer wachten. Steeds meer mensen hebben nood aan bijv. gezinszorg, begeleiding door een Centrum Algemeen Welzijnswerk, … terwijl deze diensten het met minder middelen moeten doen.
‘Nu besparen om later te groeien’ …
Dat ‘groeien’ moeten we toch eerst zien voor we het geloven!