Het eerste schooljaar na de invoering van het M-decreet zit
er op! Dit decreet moet er voor zorgen dat er meer kinderen met een handicap in het gewone onderwijs terechtkunnen. Wij blikken even terug…
Naarmate 1 september 2015 naderde, het moment dat het M-decreet in voege zou gaan, steeg de onrust. Het buitengewoon onderwijs voorspelde een leegloop van hun scholen. Het gewone onderwijs voorzag dan weer een overrompeling van leerlingen met een handicap. Wij voelden toen al met onze ellebogen aan dat deze bezorgdheden niet terecht waren en dat het vooral over stemmingmakerij ging. Deze mening werd bevestigd toen we samen met Theo Mardulier, specialist M-decreet administratie onderwijs, enkele cijfers bekeken.
Om de effectieve verschuivingen van leerlingen tussen scholen gewoon en buitengewoon onderwijs, tussen types van buitengewoon onderwijs, … naar aanleiding van het M-decreet goed in kaart te brengen, is er een grondige analyse op leerlingenniveau nodig. Daar wordt aan gewerkt. Maar de cijfers die wel gekend zijn spreken voor zich.
Om de verhoudingen wat te begrijpen: op 1 september 2015 liepen er 25.055 kinderen school in het buitengewoon basisonderwijs en 20.633 in het buitengewoon secundair onderwijs. In februari bleek dat het aantal leerlingen die ingeschreven zijn in het buitengewoon onderwijs gedaald is met 2.279 leerlingen: 1.960 leerlingen minder in het buitengewoon basisonderwijs en 319 in het buitengewoon secundair onderwijs.
Volgens Theo Mardulier telde het buitengewoon basisonderwijs in februari 2016, in vergelijking met februari 2014, ongeveer 2.800 leerlingen minder. Deze vermindering mogen wij echter niet louter toeschrijven aan de invoering van het M-decreet. In dit getal zitten o.a. ook leerlingen die omwille van hun leeftijd niet langer in het buitengewoon basisonderwijs terechtkonden. Nu telt Vlaanderen 4.200 vestigingen (met meerdere klassen) gewoon basisonderwijs. Stellen dat elke school, laat staan elke klas, de voorbije maanden één kind uit het buitengewoon onderwijs moest opnemen, zou dus zwaar overdreven zijn. Wij begrijpen dan ook niet dat in de media te pas en te onpas geklaagd wordt over de alsmaar stijgende werkdruk die de invoering van het M-decreet in scholen met zich meebrengt. Dat de onderwijswereld het M-decreet niet lustte, en nog altijd niet lust, is duidelijk.
Lieve mensen … Sinds half jaren ‘90 van de vorige eeuw (Verdrag van Salamanca in 1994) waren wij al betrokken bij besprekingen over inclusief onderwijs. In 1998 schreef de Vlaamse Onderwijsraad een uitgebreid advies. Het aantal teksten en voorstellen over inclusief onderwijs, resultaat van massaal veel studies en overleg met alle betrokkenen, die de voorbije jaren naar de prullenmand werden verwezen, is nog amper te tellen. Nu is er, na ruim 20 jaar van debat, een M-decreet dat voor scholen gewoon onderwijs duidelijk stelt dat het zomaar weigeren van leerlingen met een handicap echt niet meer kan. Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften hebben het recht, als de aanpassingen redelijk zijn, les te volgen in een gewone school. Stapje voor stapje wordt het gewoon onderwijs hiervoor klaargestoomd. In dit decreet zijn allerlei kansen ingebouwd voor scholen om de kennis en ervaringen van leerkrachten uit het buitengewoon onderwijs in je school in te zetten. Maar die kansen moet men wel grijpen. Het M-decreet zegt: „Kijk niet naar wat er mis is met een kind, wel naar wat dit kind nodig heeft om te ontwikkelen, om te leren”. Is er een mooiere doelstelling? En toch blijft de onderwijswereld jammeren: „We zijn er niet klaar voor, wij hebben niet de nodige competenties, onze leerkrachten zijn onvoldoende voorbereid, wij hebben te weinig middelen, …”
Wij kunnen ons niet van de indruk ontdoen dat het M-decreet gebruikt, misbruikt wordt om aan de klaagmuur te blijven staan. Als een alibi om het niet te hebben over de onmacht om rekening te houden met grote verschillen in talenten en mogelijkheden van kinderen en jongeren, het gebrek aan kennis en vaardigheden om te differentiëren. Deze onmacht afwentelen op leerlingen met een handicap is wel heel erg zwak.